zondag 21 oktober 2007

Literatuur

Voor ons onderzoek hebben wij ook een hoop literatuur gebruikt. Toch vonden wij het erg lastig om geschikte literatuur te vinden bij onze onderzoeksvraag. Het ligt immers aan de kinderen hoe onze conclusie is. We hebben ervoor gekozen om de literatuur op te splitsen in twee delen:
- literatuur van de godsdiensten (Jodendom, Islam en Christendom)
- literatuur over het lange en het korte termijn geheugen

Het Jodendom

Het Jodendom is de religie van het Joodse volk en één van de vroegst geregistreerde godsdiensten.

Het Jodendom wordt geleerd uit de Hebreeuwse bijbel die Tenach heet. De eerste vijf boeken van Tenach worden samen de Thora genoemd. In deze bijbel benoemt men God met de letters JHWH die niet uitgesproken mogen worden. De Messias in het Jodendom is de leider die vrede en welvarendheid komt brengen voor Joden en andere volkeren.

Er zijn twee belangrijke soorten stromingen binnen het Jodendom, namelijk de orthodoxe Joden en de liberale Joden. De orthodoxe Joden leven het Jodendom erg streng na. Bij de liberale Joden is dit niet het geval. Het Joodse gebedshuis heet een synagoge. Het Joods gebed speelt een centrale rol in de Joodse religie. Zo zijn er bijvoorbeeld aangepaste gebeden voor verschillende uren van de dag, verschillende dagen van het jaar en verschillende gebeurtenissen in het mensenleven en de natuur rondom. Op weekdagen zijn er drie gebeden: ’s ochtends het sjachariet, ’s middags de mincha en ’s avonds ma’ariew. Op feestdagen (inclusief sabbat) is er bovendien een moesstafdienst, die op het sjachariet volgt, en speciale gebeden of teksten die worden opgezegd.
Tijdens het bidden dragen Joden speciale kleding, namelijk een witte mantel met hemelsblauwe strepen.

We bespreken nu een aantal tradities of gewoontes die in het Jodendom voorkomen:
- Zionisme is een nationale beweging en ideologie die een Joods thuisland of Joodse staat ondersteunt in het gebied waar in vroeger tijden de Joodse koninkrijken Israël en Judea lagen.
- Grote Verzoendag, ook wel geschreven als Jom Kipur, wordt als de belangrijkste feestdag beschouwd in het Jodendom. Het was de enige dag in het jaar dat de hoge priester de allerheiligste plaats in de tempel te Jeruzalem betrad.
- De Spijswetten zijn richtlijnen in de Hebreeuwse Bijbel. Deze richtlijnen geven bijvoorbeeld aan dat men geen varkensvlees mag eten, geen oesters, bepaald gevogelte. Ook geeft het aan wat reine en onreine dieren zijn om te eten.
- Bar Mitswa: Wanneer een Joodse jongen 13 jaar is geworden, wordt hij verantwoordelijk onder de Joodse wet. Vanaf zijn 13e heeft de jongen het recht om aan alle gebieden van het Joodse gemeenschapsleven deel te nemen en is hij verantwoordelijk voor het volgen van de wetten, tradities en ethiek.
- De Briet Mila is een rituele besnijdenis in het Jodendom, die uitgevoerd wordt op pasgeboren jongetjes op de achtste dag na hun geboorte als er geen medische redenen zijn hiervan af te wijken. Het zou een door God voorgeschreven teken zijn dat men is opgenomen in het verbond wat God sloot met aartsvader Abraham.
- Sabbat: een rustdag in het Jodendom die altijd duurt van vrijdag vlak voor zonsondergang tot zaterdag vlak na zonsondergang.
- Mensen zijn geboren met een jetser hatov, een tendens om goed te doen, en een jetser hara, een tendens om slecht te doen. Daarom zijn de mensen vrij de weg in het leven te kiezen die zij willen nemen. Mensen kunnen boeten voor zonden, die slechts fouten zijn in het nakomen van de wetten.

Al sinds het Jodendom bestaat worden de Joden vervolgd. Zij worden gezien als een soort zondebok. De meest bekende Jodenvervolging is de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog. De Joden werden toen herkend aan hun Davidster. De Davidster is een spiritueel symbool in de vorm van een hexagram, een combinatie van twee gelijkzijdige driehoeken. Er zijn meerdere meningen over de betekenis en ieder heeft zijn eigen idee.

Een ander belangrijk symbool is de menora. Een menora is een zevenarmige kandelaar. Het was het oude symbool voor het Hebreeuwse volk en een van de oudste symbolen in het Jodendom algemeen. De menora symboliseert het brandende braambos dat Mozes zag op de berg Sinaï.

De Islam

De profeet Mohammed was een Arabier die wordt beschouwd als de grondlegger van de Islam. In deze godsdienst wordt hij als de laatste profeet en boodschapper gezien die de uiteindelijke openbaring van God zou hebben ontvangen.

Er zijn vijf verplichte zuilen in de Islam waardoor je moslim wordt of blijft:
1. Geloofsbelijdenis (Sjahada)
2. Gebed (Salaat)
3. Armenbelasting (Zakaat)
4. Vasten (Sawn)
5. Bedevaart (Hadj)
Om te zorgen dat Allah tevreden over ons is en tevreden over ons blijft, moeten wij zorgen dat wij deze vijf zuilen goed leren en goed uit zullen oefenen.
Ramadan: de negende maand van de Islamitische kalender. Tussen zonsopkomst en zonsondergang wordt er gevast. Dit houdt in dat Moslims op deze tijden niet eten, drinken, roken en dat ze zich onthouden van geslachtsgemeenschap.
Koran: is een van de heilige boeken van de Moslims. De Koran wordt door de Moslims als het heilige boek beschouwd.
Soenna: verhalen die zijn voortgekomen uit de belevenissen van Mohammed.
Sharia: is het Arabische woord voor de Islamitische wet of de wet van God en betekent letterlijk ‘weg naar de bron’.
Moslims mogen alleen vlees eten dat halal is. Halal vlees is uitgebloed vlees van een beperkt aantal toegestane dieren die volgens de Islamitische voorschriften geslacht werden.
Voorschriften voor het slachten:
- De slachter moet een moslim zijn die bekwaam is in het slachten.
- De slachtplaats moet rein zijn.
- De slager moet zorg dragen voor het comfort van het dier. Het slachtmes mag bijvoorbeeld niet zichtbaar zijn voor het dier of in de nabijheid van het dier geslepen worden. Het slachten mag niet door andere dieren gezien worden.
- Het dier wordt met de kop richting Mekka geplaatst.
- In één beweging wordt de halsslagader doorgesneden die de hersenen van bloed voorziet.
Het tegenovergestelde van Halal is in niet-juridische termen haram. Het gaat hierbij zowel om handelingen als producten.
Halal vlees is vlees van dieren die geslacht zijn. Vlees van dieren die gestorven zijn en varkensvlees zijn alleen toegestaan als er niets anders voor handen is om in leven te blijven.
Ka’aba: het huis van God en staat in de Grote Moskee in Mekka.
Besnijdenis: het verwijderen van de voorhuid van de penis.
Soennieten: de grootste richting binnen de Islam. Hun belangrijkste geloofspunt is de navolging van de levenswijze van Mohammed.
Shi’ieten: de op een na grootste richting binnen de Islam.
Suikerfeest: het Islamitische feest aan het eind van de Ramadan.

Het christendom

De geschiedenis van het christendom
Het christendom begint met de persoon Jezus Christus. Hij is de kern en om Hem draait het allemaal. Het christendom gelooft dat God in Jezus Christus als mens naar de aarde kwam. Daar leefde Jezus als mens zoals God het eigenlijk bedoeld had vanaf de schepping. Jezus sprak wijze woorden, genas zieken en zorgde voor de armen. Het hoogtepunt van Zijn leven was Zijn sterven en opstanding uit de dood. Op deze gebeurtenis en de betekenis ervan is het christendom gebaseerd.
Toch moeten we een stapje terug doen in de tijd om de hele geschiedenis van het christendom te beschrijven. Het christendom is voortgekomen uit het Jodendom en daar dus nauw aan verbonden. Het christendom bestaat ongeveer 2000 jaar. Dit betekent overigens niet dat de wortels van het christendom niet veel ouder zijn. De wortels van het christendom zijn diep verankerd in het Jodendom. Iedereen die zich in het christendom wil verdiepen moet eigenlijk ook iets weten van de geschiedenis van het Jodendom. Veel christelijke overtuigingen zijn namelijk terug te voeren op gebeurtenissen uit het Oude Testament (zie 'de Bijbel').

De schepping is het begin van de wereld. God besloot om het heelal, de aarde, planten, dieren en de mens te maken. Alles maakte God uit niets. De schepping was goed en God was er tevreden over. God had contact met de mens en andersom. Totdat het mis ging. De mens werd ongehoorzaam en ging zijn eigen gang. Vanaf dat moment leven God en de mens niet meer zo dicht bij elkaar als in het begin.

Later in de Bijbel komen de Aartsvaders in beeld. De eerste was Abraham die door God werd geroepen om naar een ver land te verhuizen. Dit land werd Kanaän genoemd en is het huidige Palestina. Voor de Joden is dit een belangrijke geschiedenis want uit Abraham zou het volk van de Joden voortkomen. Abraham kreeg een land beloofd door God waar het volk van de Joden zou gaan wonen. Dit land zou in de geschiedenis steeds weer voorkomen als 'Het beloofde land'.

Jozef in Egypte.
Jozef was de zoon van Jacob (een kleinkind van Abraham). Wat met Jozef gebeurde is heel wonderlijk. Hij werd door zijn broers verkocht aan slavenhandelaren zodat ze hem kwijt waren. Ze hadden namelijk nogal een hekel aan hem omdat zijn vader hem voortrok. Jozef belande in Egypte en via een wonderlijke weg werd hij de belangrijkste man na de Farao in Egypte. Een boeiend verhaal waarin God een speciaal plan had met Jozef. Uiteindelijk kon Jozef doordat hij in Egypte woonde zijn hele familie van de dood redden toen in Palestina een hongersnood heerste. Zo kwam de hele familie van Jozef (de Joden) naar Egypte.

Mozes en de uittocht uit Egypte
De Joden bleven in Egypte. Toen Jozef stierf kwam er ook een andere Farao aan de macht. Deze farao was minder aardig voor de Joden en zette ze als slaven aan het werk. Dit duurde ongeveer 400 jaar voort. Totdat God besloot om in de grijpen en gaf Mozes de opdracht om met Gods hulp de Joden uit Egypte te bevrijden. Dit gebeurde ook zoals God het wilde. God bracht het volk door de woestijn naar het beloofde land. Dit duurde wel wat langer dan gepland was. Het volk klaagde veel in de woestijn en was vaak ongehoorzaam aan God. Daarom gaf God een straf aan het volk. Pas na 40 jaar rondzwerven in de woestijn mochten ze het beloofde land binnen gaan.

Het beloofde land
Na 40 jaar rondzwerven mochten de Joden hun land binnen gaan. In de woestijn hadden de Joden ook de wet van God gekregen. Je kent ze misschien nu nog als de Tien Geboden. Op deze manier konden de Joden op een goede manier samenleven in dankbaarheid aan God.
De naam van Jezus is nog niet voorgekomen in dit artikel. Jezus is toch de kern van het christendom? Alles wat hierboven beschreven staat gebeurde voordat Jezus hier rondliep op aarde. Toch heeft Hij er alles mee te maken. God beloofde aan de Joden dat er eens Iemand zou komen die een echt koninkrijk zou stichten waar het altijd vrede zou zijn. De Joden noemde dit de 'Messias'. Vol verwachting werd er honderden jaren uitgekeken naar zijn komst. Het tragische is dat toen Jezus kwam de religieuze Joden niet geloofde dat Hij de Messias was. Zij wezen Hem af en doen dat vandaag de dag ook nog. Jezus had natuurlijk ook veel Joodse aanhangers en samen met niet-Joodse volgelingen van Hem hebben ze het goede nieuws van Jezus verspreid. Het is overigens niet zo dat God Zich heeft afgekeerd van de Joden. Hij heeft dit volk in de geschiedenis uitgekozen en zal altijd een speciale band met hen hebben. In de uiteindelijke plannen van God in de toekomst zal Hij de Joden nauw betrekken.

Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat Jezus de eerste kerk stichtte door het samenbrengen van Zijn volgelingen. In de Bijbel lezen we dat deze groep na het vertrek van Jezus naar Zijn Vader bleef samenkomen. We lezen dat ze liefde hadden voor elkaar en dat ze bleven volhouden met bidden. Ook zorgden ze voor de armen en hadden ze een belangrijke missie: de verspreiding van het goede nieuws van Jezus Christus.

De persoon Paulus is enorm belangrijk geweest voor de verdere ontwikkeling van het Christendom. In eerste instantie was Paulus een fel tegenstander van Jezus en Zijn volgelingen. Totdat Jezus Hem zelf inschakelde voor de verspreiding van het christendom. Op het moment dat Paulus op weg was om volgelingen van Jezus te arresteren en doden verscheen Jezus zelf aan hem. Vanaf dat moment werd Paulus een gedreven volgeling van Jezus Christus. Hij bezocht heel veel verschillende volken in de wereld (Midden-Oosten en Europa) om te vertellen over het goede nieuws van Jezus Christus. Zo werd de kerk steeds groter en uitgebreider. In de Bijbel vind je een groot aantal brieven die door Paulus zijn geschreven naar de gemeentes die gesticht werden in de wereld. Ook vandaag de dag worden deze brieven veel gelezen. Ze vertellen over allerlei zaken over het geloof en bieden troost en kracht.

Hoewel de kerk snel uitbreidde wil dit niet zeggen dat iedereen blij met dit verschijnsel was. De eerste 300 jaar van het christendom is er voornamelijk tegenstand gekomen van verschillende Romeinse keizers. Veel christenen zijn vervolgd en gedood omdat ze Jezus Christus volgden. Constantijn de Grote In het jaar 311 zorgde Constantijn de Grote ervoor dat het christendom de staatsgodsdienst werd. Voor het eerst kregen christenen de volledige vrijheid om hun geloof te belijden. Deze periode is enorm belangrijk geweest voor de ontwikkeling van het christendom. We zien vanaf deze tijd dat er enorm veel kerken gebouwd worden. De Middeleeuwen De Middeleeuwen is de tijd van de ridders en kastelen. Deze periode wordt ook wel eens een donkere periode van de kerk genoemd. Natuurlijk bleef de kerk bestaan en waren er nog gelovigen. Alleen werden kerkelijke zaken vaak beïnvloedt door politieke zaken en andersom. Er was veel corruptie en er ontstonden dwalingen in de kerk

De kruistochten worden herinnerd als een zwarte bladzijde in het christendom. Hoewel niet alle kruistochten het doel hadden om dood en verderf te zaaien is dit wel vaak gebeurd. De Reformatie De Reformatie is een periode waarin verschillende mensen hun ongerustheid tegen de kerk uitte. Verschillende dwalingen en tegenstrijdigheden in de kerk werden aan de kaak gesteld. Deze periode heeft een enorme invloed gehad op de verdere geschiedenis van de kerk. In deze tijd is het onderscheid Rooms-katholieken en Protestanten ontstaan.

Het christendom van nu
Het christendom biedt de wereld vandaag de dag een boodschap van verandering, zowel in de mens als in de maatschappij. De benaming christenen is afgeleid van Jezus Christus. Jezus werd geboren in Bethlehem in Judea, ergens tussen 6 en 4 v.C. als zoon an een vroom joods echtpaar, genaamd Maria en Jozef, afstammeling van koning David. Hij groeide op in Nazareth in Galilea en werd op dertigjarige leeftijd gedoopt in de Jordaan door een profeet genaamd Johannes de Doper. Johannes had zich beziggehouden met preken en het dopen van mensen, als boetedoening van hun gedane zonden. Hij kondigde de komst aan van iemand die hoger was dan hijzelf.

Nadat hij gedoopt was, verzamelde Jezus een groep van twaalf discipelen (de 'apostelen') om zich heen en trok het land in om te preken, te onderwijzen en de zieken te genezen. Hij kondigde de komst aan van Gods heerschappij en vertelde dat de mensen berouw moesten tonen voor hun zonden en moesten geloven in het goede nieuws over Gods koninkrijk. Toen ze vele maanden samen waren vroeg Jezus zijn discipelen wie hij was. De leider, Petrus, zei: "U bent Christus" (de gezalfde, de Messias die de joden verwachtten). Toen hij 33 was werd Jezus, ongeveer in 29-30 n.C. gearresteerd, gemarteld en ter dood gebracht door de Romeinse autoriteiten in samenwerking met de joodse wereldlijke en geestelijke leiders. Hij stierf aan het kruis, een veel toegepaste, maar erg pijnlijke vorm van executie.

Maar hij verrees drie dagen later uit de dood, verscheen aan enige vrouwen en gedurende de volgende 40 dagen bij een aantal gelegenheden aan zijn discipelen, en keerde toen terug naar zijn Vader in de hemel. Daarom geloven de christenen in een levende Christus en niet in een doden held. Het crucifix en het kruis zijn symbolen van de lijdende Heiland geworden. De vrijdag en de zondag, de dag waarop hij stierf en de dag waarop hij herrees zijn 'heilige' dagen geworden.

Wie was Jezus?
De christenen geloven dat Jezus Christus zowel de 'Zoon van God' als de 'Zoon van de mens' is - geheel menselijk en geheel goddelijk en zonder zonde. In hem daalde de Ene God, de Schepper van hemel en aarde, af naar de mensen om ze te verheffen. Dit is de incarnatie, die bereikt werd door de verwekking door de Heilige Geest in een vrouw die maagd was. Jezus nam de beperkingen van de menselijke natuur op zich.
Hij nam ook de verantwoordelijkheid op zich voor de zonden van de mensheid, waarbij hij de mensen met God verzoende en God met de mensheid. Dit is de verzoening, die bereikt werd door zijn dood. Maar hij stierf slechts om weer tot nieuw leven te komen. Dat is de opstanding.

Zij die in Jezus geloven zijn niet alleen gered van hun zonden, maar zullen tot nieuw leven gewekt worden als Jezus wederkeert. Inmiddels worden zij geleid en gesterkt op hun bedevaart op aarde door de Geest van God, die in hen leeft.

De geboorte van de kerk
Nadat Jezus was opgegaan naar Zijn Vader in de hemel, kwamen zijn navolgers bijeen in Jeruzalem om te wachten op de komst van de Geest van God, die Jezus had beloofd. Tien dagen later kwam de Heilige Geest en Petrus - de leider van de 12 apostelen - vervuld van nieuwe moed en macht, richtte zich tot de menigte. Hij vertelde de mensen dat Jezus, die zij gekruisigd hadden, en die God had opgewekt uit de dood, de beloofde Messias was en hij deed een beroep op hen om zich af te keren van hun zonden en zich te laten dopen in Zijn naam. 3000 mensen gaven gehoor aan deze eerste prediking van de christelijke boodschap en lieten zich dopen.
Van Jeruzalem, uit verspreidde het geloof zich en tegen het einde van de eeuw was het sterk in Klein-Azië, Macedonië, Griekenland en Rome. De groei was vooral te danken aan Paulus, de eerste belangrijke christelijke zendeling. Paulus maakte het goede nieuws over Jezus bekend, het 'evangelie'. Hij maakte volop gebruik van de wijdverspreide rechtspraak en gerechtigheid, die het gevolg waren van de 'Romeinse vrede', het gemak van de communicatie, mogelijk gemaakt door de Griekse taal en de bevoorrechte positie verleend aan de joodse religie.
En de kerken die hij stichtte, verspreidden op hun beurt het evangelie, zodat de kerk zich tegen het einde van de 2e eeuw had gevestigd in het hele Middellandse-Zeegebied, in Egypte, Noord-Afrika en zelfs in Frankrijk. Het christendom voorzag in een werkelijke reden om te leven: het leven op deze aarde en hoop op een wereld die zou komen.

De kerk over de hele wereld
Maar het succes werd duur betaald. Vervolgingen waren aan de orde van de dag. En deze leidden vaak tot ruzies en twisten, die de kerk verdeelden en verzwakten, soms onherstelbaar. Maar in 313 n.C. kwam er een einde aan de vervolgingen met de uitvaardiging van het Edict van Milaan door keizer Constantijn. Het christendom was nu officieel toegestaan en niet lang daarna werd het de staatsgodsdienst. Aan de ene kant had het verbond van de kerk met de staat een hoge prijs: tot die tijd waren de christenen een vervolgde minderheid; van nu af aan zou het om politieke, economische en sociale redenen gemakkelijk worden een christen te zijn. Aan de andere kant resulteerde het verbond, eerst in de vorm van het Heilige Roomse Rijk en later door de nationale kerken, tot de bloei van de westerse cultuur - het christendom.
Met de groei van het Heilige Roomse Rijk, ontwikkelde zich ook de macht van de belangrijkste christelijke leiders - de paus van Rome en de patriarch van Constantionopel - en de strijd om de oppermacht. In 1054 excommuniceerde de paus de patriarch en de patriarch deed hetzelfde met de Paus. Dit leidde tot een scheiding van de Griekse en Latijnse kerken. Zij werden respectievelijk de oosters-orthodoxe kerk en de rooms-katholieke kerk, en de breuk staat bekend als het Oost-West Schisma.

Verdeling en groei
Samen met de rest van Europa kwam de kerk te voorschijn uit de duisternis van de middeleeuwen in het licht van de renaissance. Maar zij zag zich plotseling geconfronteerd met de roeringen van fysieke en geestelijke vrijheid, en individuele en nationale afhankelijkheid. In 1515-1516 raakte in Duitsland een jonge monnik en geleerde Maarten Luther er bij de voorbereiding van een aantal lezingen over Paulus' brief aan de Romeinen van overtuigd, dat zaligmaking alleen kon worden bereikt door geloof en niet door goede werken, zoals de kerk leerde. Toen hem werd gevraagd zich te onderwerpen aan de autoriteit van de Paus weigerde hij. De hervorming was begonnen, de beweging van waaruit de kerken van de protestantse traditie zijn ontstaan.
Vandaag de dag, hoewel in verval in Europa en Noord-Amerika, wint het christendom in snel tempo veel bekeerlingen in Afrika, Zuid-Amerika en delen van Azië. Volgens zeggen zijn er 1,4 miljard volgelingen.

De gemeenschap van gelovige christenen gaan met elkaar naar de kerk. Elke roep christenen die elkaar regelmatig ontmoet, of dat nu thuis is, in een school of in de openlucht, wordt een kerk genoemd. Speciale gebouwen waarin christenen elkaar ontmoeten is men ook kerken gaan noemen.
Door de eeuwen heen is de bouw van kerken een belangrijke bijdrage geweest aan de artistieke en architectonische erfenis van de wereld. Kerken zijn gewoonlijk de mooiste en opvallendste gebouwen in dorpen, stadjes en grote steden van Europa, Amerika en Australië. Hun torens en spitsen steken uit boven de omringende huizen en wijzen de mensen op God, en de grote, rijkversierde kathedralen van de westerse wereld worden alleen geëvenaard door de prachtige gebeeldhouwde tempels van zuidelijk India.
Men treedt een kerk of kathedraal meestal binnen door de deur aan de westzijde. Helemaal achterin, recht tegenover de westelijke deur, staat een tafel waarop een kruis en twee of zes kaarsen zijn geplaatst, of alleen twee vazen bloemen. Links en rechts staan de kansel (vanwaar wordt gepreekt) en de lessenaar (vanwaar uit de Bijbel wordt gelezen).
Of het nu in een kerkgebouw is of elders, christenen komen bijeen om God te aanbidden, om samen te leren en om hun geloof te belijden. Kort voor Hij stierf droeg Jezus zijn discipelen op zijn dood te gedenken tot zijn terugkeer op aarde op zijn tijd.

Anderen helpen
Het christelijk geloof beperkt zich echter niet tot het vereren van God, maar houdt ook in dat men anderen moet helpen. Medische, opvoedkundige en andere hulpverlening is altijd een belangrijk onderdeel geweest van de activiteiten van christenen over de hele wereld. Het christendom is een wereldbevestigende en geen wereldontkennende religie. God heeft een goede wereld geschapen. Het zijn de mensen geweest die voor de verleiding zijn bezweken en de zonde op aarde hebben gebracht. Toch hield God zoveel van de wereld, dat Hij een verlosser stuurde. En redding is mogelijk geworden doordat God de wereld verlost heeft en niet door de mensheid de wereld heeft verworpen. Daarom werken christenen zowel voor het fysieke welzijn als het geestelijk welzijn van de mensheid.

Christelijke feestdagen
Door de feestdagen van het christendom te bekijken leer je veel van de betekenis van deze godsdienst. De betekenis van elke christelijke feestdag staat hieronder beschreven. Als je alle feestdagen bekijkt dan zul je zien dat de persoon Jezus Christus steeds centraal staat.
Kerst (24 en 25 december) Met Kerst vieren christenen de geboorte van Jezus. Jezus, de Zoon van God, kwam als mens naar de aarde om de mensheid te verlossen van zonde en ongerechtigheid. De geboorte van Jezus Goede Vrijdag Jezus kreeg tijdens Zijn leven op aarde zowel volgelingen als vijanden. Op een vrijdag voor het Joodse paasfeest werd Jezus door de Romeinen gekruisigd. Deze terechtstelling heeft voor christenen grote waarde. Jezus ging namelijk vrijwillig aan het kruis om de zonden van mensen op Zich te nemen. Aan deze gebeurtenis wordt op Goede Vrijdag gedacht. De kruisiging Pasen (de eerste zondag na Goede vrijdag) Vreemd genoeg was de dood van Jezus niet het einde van Zijn leven. Na drie dagen stond Jezus op uit de dood. Op deze manier overwon de Zoon van God de dood en zorgde voor een eeuwig perspectief voor de mensheid. Op Pasen wordt deze overwinning letterlijk 'gevierd'. De opstanding Hemelvaartsdag (de 40e dag na Pasen) Veertig dagen na Zijn opstandig uit de dood ging Jezus terug naar God, Zijn Vader. Hij ging terug en zal op Gods tijd op dezelfde manier terugkeren. De Hemelvaart Pinksteren (de 10e dag na Hemelvaart) Na de Hemelvaart van Jezus kwam de Heilige Geest naar de aarde. De Geest vervulde de eerste christenen en stuurt en leidt de gemeente tot de dag van vandaag. Jezus en de Heilige Geest

De kerk
Bij het woord kerk denken we in eerste instantie aan een gebouw. Wanneer we een stad of dorp naderen zien we in veel gevallen een kerktoren die ons herinneren aan de aanwezigheid van een kerkgebouw. De kerk is een plaats waar mensen God kunnen ontmoeten. Daarnaast is een heel belangrijk onderdeel de ontmoeting van mensen onder elkaar.
Elke zondag gaan veel mensen naar een kerk. Over heel de wereld staan heel veel kerken waar heel veel mensen graag heen gaan. Wat is dat en waarom moet deze kerk er zijn? Waarom zou je naar zo'n kerk toegaan? Wat is 'de kerk'?
Toen Jezus naar Zijn Vader terugging vond Hij het belangrijk dat de christenen bij elkaar zouden samenkomen. De Heilige Geest zorgde ervoor dat christenen elkaar opzochten en dat ze met elkaar tot God baden. Dit is de afgelopen 2000 jaar op dezelfde manier gebeurt over de hele wereld.

Natuurlijk is de kerkdienst wel verschillend ingedeeld. Maar in principe zijn de belangrijkste dingen hetzelfde gebleven. Als christenen over de kerk praten dan kunnen ze twee dingen bedoelen. In eerste instantie kunnen ze het hebben over een gebouw. Bijvoorbeeld hun eigen kerk of een gebouw dat ergens staat. Aan de andere kant kunnen ze er ook een andere bedoeling mee hebben. Met de kerk bedoelen ze dan de verzameling van alle gelovigen over heel de wereld bij elkaar. En dan niet alleen die nu op dit moment leven maar ook alle gelovigen die al eerder geleefd hebben. De kerk is dan alle gelovigen bij elkaar van alle plaatsen en alle tijden.

Wat doe je in de kerk?
In de kerk wordt in de eerste plaats God aanbeden. God wordt door middel van zang, gebeden en gaven de eer gegeven. Daarnaast is een preek of meditatie een belangrijk onderdeel. Vanuit de Bijbel wordt er nagedacht over een gedeelte om meer van God te leren. Het kan bijvoorbeeld gaan over wie God is en hoe groot Zijn liefde voor ons is. Tegelijkertijd wilde Jezus dat christenen elkaar ontmoeten. Christenen moeten elkaar lief hebben en elkaar steunen. De sterken moeten er zijn om de zwakkeren te helpen. Zo is de kerk een plaats waar iedereen geliefd is en waar iedereen zich op zijn of haar gemak voelt. De liefde die de kerk van God ontvangt moet zij niet voor zichzelf houden. Jezus wilde dat vanuit de gemeente liefdevol gekeken wordt naar de maatschappij. De kerk moet de liefde die zij van God ontvangt weer uitdragen naar de wereld om haar heen. Iedereen moet namelijk weten hoe groot de liefde van God is.

De toekomst van het christendom
De afgelopen jaren is de kerk in Nederland behoorlijk afgenomen. Christenen maken zich daar wel eens zorgen over. Zal de kerk wel blijven? Toch is er in de kerk veel vertrouwen dat het goed komt. Jezus heeft namelijk beloofd altijd bij de kerk te zijn. Hoewel in Nederland het aantal kerkgangers afneemt zien we in andere delen van de wereld heel veel mensen tot geloof komen. Duizenden mensen komen in Azië, Zuid-Amerika en Afrika tot geloof. Daar groeit de kerk juist.Zoals ik al eerder zei is de belofte van Jezus om altijd voor de kerk te zorgen enorm belangrijk voor christenen. Christenen vertrouwen erop dat Jezus voor Zijn kerk zorgt en deze kerk zal blijven tot Hij terug komt.De belofte dat Jezus terug komt naar de aarde zorgt ervoor dat de kerk blijft hopen en de kracht vind om door te gaan. Hoewel Jezus nu ook voor de kerk zorgt zal het in de toekomst beter worden. Nu is er nog steeds pijn, verdriet en moeite in de wereld. Als Jezus terug komt zal dit voorbij zijn. De langverwachte vrede zal dan uiteindelijk aanbreken.

Het lange termijn geheugen

Onthouden bevat drie opeenvolgende activiteiten:
- opnemen
- bewaren
- opvragen van informatie

De informatie komt via verschillende wegen het lichaam binnen. Dit kan zijn via het gehoor, via de neus, via de huid (tast), via de ogen en via de mond. De informatie wordt direct doorgegeven aan de hersenen. Er zijn delen in de hersenen die zich gespecialiseerd hebben in het opvangen van informatie die binnen is gekomen via de zintuigen. Dit proces van informatie opvangen en verwerken noemen we waarnemen. Maar het is voor de hersenen onmogelijk om alle informatie die binnenkomt te verwerken. Daarom richten we onze aandacht op bepaalde zaken. Aan informatie die wij belangrijk vinden besteden we meer aandacht, dit wordt beter opgeslagen in ons geheugen. Dit is voor een groot deel een bewust proces. Ook wordt er veel informatie ‘per ongeluk’ opgeslagen. Deze informatie is veel moeilijker terug te vinden.

Informatie kunnen we kort bewaren en lang bewaren. Dit onderscheid noemen we het korte termijngeheugen en het lange termijngeheugen. In het lange termijngeheugen kunnen we onderscheid maken tussen verschillende geheugens:
- Het episodisch geheugen
- Het semantisch geheugen

In het episodisch geheugen zit opgeslagen informatie over personen. Bijvoorbeeld dat je weet wat je net gedaan hebt of wat je vrienden gister allemaal tegen je hebben gezegd.

Dan heb je nog het semantische geheugen. Hierin worden betekenisvolle woorden, begrippen en algemene kennis opgeslagen. Bijvoorbeeld gedragsregels, taalkundige regels, rekenkundige regels en indelingen naar categorieën.

Ook kan je lange termijngeheugen opdelen in verschillende zintuiglijke geheugens:
- Visueel geheugen (ogen)
- Auditief geheugen (oren)
- Olfactorisch geheugen (ruiken)
- Geheugen voor smaak en tast

Van geuren en smaken is bekend dat zij ons duidelijk doen herinneren aan situaties van vroeger, maar het is ook moeilijk om een bepaalde situatie bij de geur of smaak op te roepen. Met geluiden en beelden is dit makkelijker.

Gebeurtenissen die veel indruk maken zitten als het ware in ons geheugen gegrift. Over het algemeen kunnen wij informatie erg goed terug vinden. Als dit niet het geval is moet je er soms wat langer over nadenken omdat het wat verder weggestopt is. Dit betekent dat er aan deze informatie niet genoeg aandacht is besteed om het voldoende te onthouden. Verder vervagen onze herinneringen doordat er informatie bijkomt dat erop lijkt, dit heet ook wel inferentie.

De informatie die dus de moeite waard is en die op een of andere manier verwerken, wordt opgeslagen in ons lange termijn geheugen. Ook gebeurtenissen met een hoge sociaal-emotionele waarde worden hierin opgeslagen. Het lange termijn geheugen beschikt over een onbeperkte opslagruimte waarin de informatie bijna eindeloos wordt bewaard. Het raakt dus nooit op, hoe oud men ook is of wordt. Die informatie wordt nooit uitgewist. Wel kan de informatie moeilijker toegankelijker worden.
Het opslaan en terugroepen van informatie verloopt via bepaalde procedures. Het lange termijn geheugen is daarom ook het best vergelijkbaar met een bibliotheek.

Het korte termijn geheugen

Het korte termijn geheugen heet ook wel werkgeheugen. Hier wordt die informatie bewerkt voordat ze permanent worden opgeslagen. In tegenstelling tot het lange termijn geheugen is in dit geheugen een beperkte opslagcapaciteit. Niet-herhaalde gegevens verdwijnen al na ongeveer 20 seconden, maar meestal gebeurt het nog sneller, omdat er steeds weer nieuwe informatie binnendringt. Die nieuwe informatie verdringt dan de oude informatie.
De snelheid waarmee het werkgeheugen de informatie verwerkt, wat belangrijk is voor de hoeveelheid bewerkingen die binnen een bepaalde tijd kunnen gebeuren, verschilt van persoon tot persoon. Mensen met een hoge werksnelheid zullen meer informatie tegelijk kunnen verwerken en ook beter reageren op informatie die aan een hoog tempo wordt aangeboden.

Het korte termijn geheugen hebben wij ook nodig om de grote hoeveelheid informatie die we op één dag binnenkrijgen even te onthouden. Daaruit kan dan worden geselecteerd wat belangrijk is om te onthouden en dat gaat dan door naar het lange termijn geheugen. De andere ‘niet belangrijke’ informatie wordt dan gewist. Dit doe je niet bewust (tenzij je jezelf iets probeert aan te leren).
Het korte termijn geheugen werkt als een soort zeef. Alleen datgene wat echt doorgelaten moet worden, omdat het later nog wel eens van pas zou kunnen zijn, gaat door naar het lange termijn geheugen. De rest vervalt binnen enkele minuten.

Het korte termijn geheugen is alleen werkzaam als die persoon bij bewustzijn is. Het stopt als men gaat slapen en het begint weer als men wakkeer wordt. Nieuwe bewust waargenomen waarnemingen worden verwerkt en vanuit het lange termijn geheugen mengt zich steeds informatie en daaruit ontwikkelen zich nieuwe denkprocessen. Bij de ene persoon zal het korte termijn geheugen minder tijd omvatten dan bij de andere persoon.
Belangrijke informatie, zoals bijvoorbeeld een telefoonnummer, kan men ongeveer een minuut onthouden. Daarna met het voortdurend herhaald worden, wil diegene het daadwerkelijk onthouden.
Enkel door concentratie, herhaling, associaties, kattebelletjes e.d. kan iets het lange termijn geheugen bereiken.

Geen opmerkingen: