woensdag 31 oktober 2007

Belangrijke mededeling

Voordat u ons web-log gaat bekijken, willen we graag even de volgende mededeling doen. De data die bij de berichten zijn aangegeven, kloppen allemaal niet. Dit komt omdat anders ons onderzoeksverslag niet in de goede volgorde gepubliceerd kon worden.
We wilden dit toch even melden, omdat niet ons hele web-log in oktober gemaakt is, en dat nu wel zo lijkt.
Veel plezier met het bekijken van de rest van ons web-log!!

Inleiding

Tijdens ons project kansen en kleuren krijgen we de gelegenheid om een bepaald facet van de problematiek rond het werken in een multiculturele situatie op een stadsschool diepgaander te bestuderen.
Ons onderzoek gaat over godsdienstkennis van kinderen in groep 7. We hebben er even over gedaan om een goed onderwerp voor ons onderzoek te bedenken. Toch kwamen we op een idee doordat we op onze stageschool weinig zagen van andere godsdiensten. We bedachten dat het een mooi onderzoek zou zijn als we zouden gaan bekijken wat kinderen weten van andere godsdiensten.
Doordat mensen zo weinig van elkaar godsdiensten weten, wordt de integratie alleen maar moeilijker. Men begrijpt niet waarom men bepaalde dingen doet, of waarom men op een bepaalde manier leeft. Door meer kennis te hebben van andere godsdiensten zal dat de integratie dus kunnen bevorderen. Dat is de achterliggende gedachte van ons onderzoek. Er wonen verschillende mensen met verschillende godsdiensten in Nederland en we kunnen beter samenleven als we meer weten van elkaar religie. Met dit onderzoek kunnen we daar een klein steentje aan bijdragen.
In ons onderzoek gaat u dus lezen hoeveel kinderen eigenlijk weten van andere godsdiensten, vóór en na een aantal lessen daarover. We gaan ons onderzoek houden op de Veronicaschool in Haarlem in groep 7. De voortgang van het onderzoek en het verslag kunt u op dit weblog bekijken.

dinsdag 30 oktober 2007

Vraagstelling

We zien op onze stageschool weinig terugkomen van verschillende godsdiensten. Daarom willen we gaan onderzoeken hoeveel kinderen weten van andere godsdiensten en wat ze ervan weten als we ze er informatie over hebben gegeven.
Daarom is onze vraagstelling als volgt:

Wat is het effect van lessen over religies, op de kennis van kinderen over religies, op de Veronicaschool in groep 7?

We willen ons onderzoek niet te groot maken en hebben daarom 3 godsdiensten uitgekozen om te onderzoeken. We hebben daarbij gekozen voor Islam, Jodendom en Christendom.

maandag 29 oktober 2007

Beschrijving onderzoeksopzet

Twee van onze onderzoeksleden lopen stage in groep 7 op de Veronicaschool. Zij gaan het onderzoek grotendeels uitvoeren. De andere twee leden zullen meer doen aan de verwerking van het onderzoek.
Hieronder volgt ons plan van aanpak voor ons onderzoek:

Donderdag 4 oktober:
- We maken een begin aan het onderzoeksverslag en zetten dit op het weblog.
- We maken een enquête voor de kinderen over verschillende godsdiensten.
- We maken lessen over de 3 godsdiensten die we gaan geven na de eerste enquête.
Week 41:
- Femke en Lesley gaan de enquête in klas laten maken.
- Pauline gaat de uitslag van enquête bekijken.
Week 43:
- Femke en Lesley geven de lessen over de 3 godsdiensten.
- Femke en Lesley nemen laatste enquête af.
Week 44:
- Joyce gaat de tweede enquête bekijken.
Woensdag 31 oktober:
- We maken het onderzoekverslag af en zetten alles op weblog. (Pauline thuis)
- We maken een presentatie van ons onderzoek.
Vrijdag 2 november:
- Onderzoek afronden.
Vrijdag 9 november:
- (datum eventueel afronden onderzoek)
Week 46:
- Presentatie onderzoek. (15 november)

zaterdag 27 oktober 2007

lesvoorbereiding christendom

Les over het Christendom.

Inleiding. (+/- 10 min.)
Je gaat een aantal platen bekijken met de kinderen. Op de platen zijn feesten uit het Christelijke geloof te zien. Je vraagt eerst aan de kinderen bij welk geloof deze platen horen. (platen op a4 uitprinten)
Daarna ga je bespreken wat er op de platen te zien is. (pasen, kerst en adam en eva.)

Kern.

We gaan het vandaag dus hebben over het christendom. Een christen is iemand die gelooft in de leer van Jezus Christus. Jezus werd ongeveer 2000 jaar geleden geboren in Betlehem. Toen hij 33 jaar oud was werd hij gekruisigd door de Romeinen die het land hadden bezet. Christenen geloven in 1 God: de heilige 3 eenheid: God de vader, God de zoon (jezus) en God de heilge geest.
Rooms-katholieken geloven dat de paus goddelijk gezag heeft, omdat hij de vertegenwoordiger van Jezus op aarde is. Ze geloven dat het leiderschap van de Paus afstamt van Petrus, een van de eerste volgelingen van jezus.

Het christendom is ontstaan aan het begin van onze jaartelling. Voor Jezus afscheid nam van zijn volgelingen, had hij hen gevraagd om de wereld in te gaan en iedereen over vergeving te vertellen. Zijn volgelingen vertelden de verhalen die jezus hun verteld had. Deze volgelingen worden christenen genoemd.
Inmiddels is het christendom over de hele wereld verspreid. En is het dus echt een wereldgodsdienst.

Het heilige boek van de christenen is de bijbel. Christenen geloven dat er in een de bijbel staat hoe god wil dat zij leven. De bijbel begint met het ontstaan van de wereld, en eindigt met een voorspelling voor de toekomst. De bijbel bestaat uit 2 delen: het oude testament en het nieuwe testament. En die zijn onderverdeeld in 65 boeken. Het nieuwe testament is geschreven door 4 belangrijke personen die jezus zijn leven volgde. Zij worden ook wel evangelisten genoemd. Dit zijn Marcus, Matteus, Johannes en Lucas.
Belangrijke personen in de bijbel zijn bijvoorbeeld: Jacob, Maria en Izaak.
In de bijbel vertelt men ook hoe het leven van jezus verliep. Zijn kruisdood en verrijzenis zijn daarin erg belangrijk. Dit zijn belangrijke gebeurtenissen die altijd nog veel aandacht krijgen in de kerk.

Zoals we net al op een paar platen zagen heeft het christendom ook een aantal belangrijke feesten we noemen ze even op. Kerstmis, Hemelvaart, Pinksteren, Goed vrijdag, Witte donderdag, Pasen.

Verwerking: de kinderen onderzoeken allemaal een feest uit het christendom. Ze doen dit in groepjes. Ze moeten zoeken naar wat het feest betekent, wanneer het gevierd wordt, en hoe het gevierd wordt.
Dit presenteren ze dan aan elkaar!

Slot.
Jullie vertellen dat dit een onderdeel van de lessenserie over godsdiensten was en dat er nog twee zullen volgen!!

lesvoorbereiding Islam

Les over de Islam

27 lln → 14 begrippen

Inleiding:
De les begint met een geluidsfragment van een typisch islamitisch muziekje. Je vertelt hierbij van te voren dat de leerlingen goed moeten luisteren. Nadat dit liedje muziekje geweest is vraag je de leerlingen bij welke godsdienst ze denken dat dit hoort → Islam. Je vertelt de leerlingen vervolgens dat ze een spel gaan spelen waarbij ze de betekenis aan begrippen moeten koppelen. De begrippen die aan bod komen staan in een woordweb op het bord geschreven. Eerst moeten ze zelf bedenken wat deze begrippen betekenen. Na ongeveer 5 minuten begin je met het spel.

Kern:
Het spel houdt in: Ieder kind krijgt een kaartje. Daarop kan een begrip staan, of een betekenis van een begrip. Zelf neem je ook een kaartje in verband met een oneven aantal leerlingen. De leerlingen mogen niet overleggen. Één voor één laat je een kind naar voren komen voor de klas en die vertelt wat er op zijn kaartje staat. Vervolgens moet degene die het bijbehorende kaartje heeft ook naar voren komen en vertellen wat er op zijn kaartje staat. Als er een koppel gevonden is bevestig je met een magneetje de betekenis bij het begrip op het bord in het woordweb. Per begrip bespreek je steeds kort de betekenis.

Slot:
Als alle leerlingen geweest zijn neem je alle begrippen nogmaals kort door en kijk je of er geen vragen zijn. De koppels van begrippen worden op een groot vel geplakt (door bijv. 2/3 leerlingen) dat hierna in de klas komt te hangen zodat de leerlingen er nog eens op kunnen kijken.

De kaartjes met begrippen zijn wel in het verslag te vinden, alleen niet up te loaden op de web-log!!

lesvoorbereiding jodendom

Les over het Jodendom

Inleiding

Als inleiding laten we drie filmpjes zien over het Jodendom, deze filmpjes duren maar heel kort. We hebben ze gehaald van de site http://beeldbank.schooltv.nl. De filmpjes zijn te vinden onder ‘voor primair onderwijs’ → zoeken op Jodendom → filmpje: TeNaCh, filmpje: leefregels van Joden en filmpje: Chanoeka.

In deze filmpjes wordt verteld wat de tien geboden zijn, niet de letterlijke inhoud maar wel waar ze voor zijn. Ook wordt verteld welke bijbels de Joden hebben en waar het woord TeNaCh uit voort is gekomen. Tenslotte wordt er verteld wat de Chanoeka is en wat er met dit Joodse feest allemaal wordt gedaan.

Kern

Nadat de kinderen dit filmpje hebben gezien maken we klassikaal een woordweb. In het midden van het bord zetten we ‘Het Jodendom’. Nu mogen kinderen alles gaan vertellen wat ze weten over het Jodendom. Dit schrijven we in begrippen rondom het woordweb.

Er zijn een aantal belangrijke begrippen uit het Jodendom die we de kinderen willen leren. Nadat de kinderen alles hebben verteld wat ze weten, zeggen wij de eventuele andere begrippen die ze nog niet genoemd hebben. Deze schrijven we ook bij het woordweb en we vragen de kinderen om eens na te denken wat deze begrippen zouden kunnen zijn. Samen komen we er op deze manier achter wat deze begrippen betekenen. Door de kinderen erover na te laten denken zullen ze de begrippen beter onthouden. De begrippen die we sowieso aan bod willen laten komen zijn:

• Orthodox en Liberaal
• JHWH
• TeNaCh
• Thora
• Zionisme
• Besnijdenis
• Bar Mitswa
• Bat Mitswa
• Spijswetten
• Davidsster
• Menora
• Sabbat
• Synagoge
• Grote verzoendag

Slot

Tot slot laat ik een paar kinderen de begrippen netjes op een groot gekleurd blad schrijven. Dit blad komt in de klas te hangen zodat de kinderen de begrippen blijven zien.

vrijdag 26 oktober 2007

Eerste analyse

Lesley en Femke hebben op dinsdag 9 oktober 2007 in groep 7 de vragenlijst afgenomen.
Hieronder zijn de resultaten van de verschillende leerlingen te lezen. Nadat we de lessen hebben gegeven en de vragenlijst nogmaals hebben laten invullen door de leerlingen zullen we weer een analyse maken en ook die op deze weblog zetten.


donderdag 25 oktober 2007

Reflectie les Jodendom

Hieronder onze reflectie op de les over het Jodendom:

De filmpjes waren een goede inleiding van de les. De leerlingen zaten aandachtig te luisteren en te kijken en we merkten dat ze dat erg interessant vonden. Bij de vragenlijst was het Jodendom ook niet slecht gemaakt. Na de filmpjes staken sommige leerlingen meteen hun vinger op om dingen te vragen, hierdoor duurde het wat langer voordat we aan de kern van de les konden beginnen, want we wilden natuurlijk ook niet al alles verklappen. De leerlingen bleken veel onthouden te hebben en het woordweb maken verliep ook soepel. Het woordweb hadden we gemaakt op een groot vel papier en dat hebben we later in de klas opgehangen. De begrippen bij het woordweb hebben we ook uitgebreid besproken.

Reflectie les Islam

Hieronder onze reflectie op de les over de Islam

Het begin van de les (het muziekje) vonden de leerlingen erg grappig. Ze werden er meteen een beetje rumoerig van en sommige leerlingen begonnen spontaan te dansen. We hadden er even moeite mee om de klas weer stil te krijgen. In de klas zitten een paar islamitische leerlingen en zij wisten meteen waar het muziekje vandaan kwam. Voor de andere leerlingen was het wat lastiger, daarom hebben we het muziekje aan het einde van de les nog eens gedraaid. De verwerking ging eigenlijk heel goed. De leerlingen vonden het leuk en ze hielpen elkaar ook een beetje. De begrippen en de uitleg werden snel aan elkaar gekoppeld. We hebben ze daarna nog allemaal een keer besproken zodat het hopenlijk goed in hun hoofd blijft hangen.

Reflectie les Christendom

Hieronder onze reflectie op de les over het Christendom.

De les ging over het algemeen goed. De leerlingen waren bereid om te luisteren en deden erg goed mee. Het viel ons op dat ze al veel wisten, terwijl ze bij de vragenlijst de vragen over het Christendom niet heel erg goed hadden gemaakt. De platen die we hebben besproken konden ze goed benoemen. Toen we het verhaal aan het vertellen waren, lieten de leerlingen ook merken dat ze sommige dingen al wisten. De verwerkingsopdracht viel goed in de smaak. De leerlingen deden enthousiast mee en konden over sommige feesten erg veel informatie vinden. Het presenteren aan de klas was wat lastiger. Ze werden het soms niet eens wie het zou vertellen en ze ratelden er snel doorheen. Daarom hebben we de posters in de klas opgehangen, zodat de leerlingen er nog eens naar kunnen kijken.

dinsdag 23 oktober 2007

Conclusie

Bij de analyse van de onderzoeksresultaten hebben we al beschreven hoe de verhouding ten opzichte van elkaar is. Hierbij hebben we het verschil in foute antwoorden tussen het eerste moment van toetsen en het tweede moment van toetsen vergeleken. Wat voor ons opvalt is dat bij de islam de tweede keer in verhouding de minste vragen fout zijn beantwoord. Wij denken dat dit komt doordat alle informatie die op de toets gevraagd werd in de week na de les constant in de klas heeft gehangen. Hierbij waren alle begrippen uitgelegd. Bij het Jodendom was dit ook wel het geval maar doordat veel informatie maar 1 keer in de filmpjes naar voren is gekomen denken we dat de nadruk hierdoor meer op de andere begrippen is komen te liggen. Bij het Christendom speelt dit minder mee omdat daar eigenlijk alle informatie maar 1 keer verteld is. Wat we wel gemerkt hebben is dat er van de lessen die interactief gegeven werden (Islam en Jodendom) de kinderen na de les nog veel meer wisten dan bij het Christendom. Wij denken dat dit komt omdat de kinderen eigenlijk de hele dag door constant aan het luisteren zijn en dat ze het verhaal van het Christendom daardoor minder in zich op heb genomen.

Onze hoofdvraag was: Wat is het effect van lessen over religies op de kennis van kinderen over religies op de Veronicaschool in groep 7?

Het antwoord hierop is:
Het effect van de lessen over religies op de kennis die de kinderen in groep 7 op de Veronicaschool hebben is positief. Hiermee bedoelen wij dat de kinderen door deze lessen meer kennis hebben van de verschillende religies. Je ziet een forse afname van het aantal fouten van minimaal 50%. We hebben hierdoor bewezen dat het nut heeft om kinderen iets bij te brengen en deze informatie ook voor de kinderen aan te blijven bieden zodat ze het voor zichzelf kunnen blijven herhalen (bijv. d.m.v. een muurkrant) Het concrete effect is een afname van 57,7 % van het totaal aantal fouten.

maandag 22 oktober 2007

Samenvatting

Zoals je bij de conclusie al hebt kunnen lezen is het antwoord op onze hoofdvraag: “Wat is het effect van lessen over religies op de kennis van kinderen over religies op de Veronicaschool in groep 7?” Het effect is dat er een daling van 57,7% is van het totaal aantal fouten. Dit hebben wij op de volgende manier onderzocht: Wij zijn begonnen met het maken van 3 lessen over de Islam, het Jodendom en het Christendom. Naar aanleiding hiervan hebben wij een vragenlijst opgesteld waarin naar bepaalde informatie gevraagd werd. Op 9 oktober hebben wij voor de eerste keer de kinderen uit groep 7 van de Veronica Jenaplan school de vragenlijst laten maken. Deze vragenlijst hebben we geanalyseerd op het aantal fouten. De In de week van 22 t/m 26 oktober hebben wij de 3 lessen gegeven. Op maandag 29 oktober hebben wij de kinderen voor de tweede keer de vragenlijst laten maken en ook deze hebben wij weer geanalyseerd. De concrete conclusie heeft u inmiddels kunnen lezen.
Hieronder zullen wij n.a.v. de opgezochte theorie (verder op in dit verslag) proberen een verklaring te geven die de uitkomst van ons onderzoek kan verklaren.
Het geheugen is heel bewust bezig met het opslaan van informatie die via verschillende wegen het lichaam binnenkomen. Wat er wel en niet opgeslagen wordt, wordt onder andere bepaald door de interesse die iemand in een bepaald onderwerp heeft. Informatie kan worden opgeslagen in zowel het korte als in het lange termijn geheugen. Het lange termijn geheugen heeft geen limiet qua opslagruimte, het korte termijn geheugen wel. Wat belangrijk is bij het trainen van het geheugen is dat de informatie die opgeslagen moet worden, vaak herhaald moet worden. Informatie die niet herhaald wordt verdwijnt na ongeveer 1 minuut weer uit het geheugen. Dit kan een verklaring zijn waarom er bij de vragenlijst van het Christendom nog relatief veel vragen fout zijn beantwoord. Dit omdat sommige informatie 1 keer gezegd werd en daarna niet meer is herhaald. Daarentegen zie je dat er bij de Islam veel meer informatie is blijven hangen. Dit komt doordat de informatie in de les al 3 keer herhaald is en de informatie ook de rest van de week nog voor de kinderen terug te lezen was door middel van een muurkrant waarop alle begrippen uitgelegd stonden.
Ons onderzoek heeft betrekking op het korte termijn geheugen waarbij men bezig is de overgang te maken naar het lange termijn geheugen. Omdat ons onderzoek door omstandigheden (wisseling van stageschool) in een relatief korte periode (3 weken) uitgevoerd moest worden hebben we niet kunnen onderzoeken wat het effect op het lange termijn geheugen is. Deze groep heeft binnenkort een project wat ook weer over godsdiensten gaat en wij willen hierbij vooral erop gaan letten of de informatie die wij de leerlingen aangeboden hebben nog is blijven hangen. Omdat dit qua tijd niet meer te onderzoeken valt hebben wij ervoor gekozen om ons onderzoek te beperken tot het korte termijn geheugen.
Wat ons wel is opgevallen is dat de kinderen over het Christendom niet meer weten dan over de andere godsdiensten. Dit hadden wij wel verwacht omdat de kinderen op een rooms-katholieke school zitten. Hiervoor zou de verklaring kunnen zijn dat er op deze school niet heel direct veel aandacht wordt besteed aan het geloof waardoor bepaalde informatie niet herhaald wordt en kinderen het op termijn zullen vergeten.

zondag 21 oktober 2007

Literatuur

Voor ons onderzoek hebben wij ook een hoop literatuur gebruikt. Toch vonden wij het erg lastig om geschikte literatuur te vinden bij onze onderzoeksvraag. Het ligt immers aan de kinderen hoe onze conclusie is. We hebben ervoor gekozen om de literatuur op te splitsen in twee delen:
- literatuur van de godsdiensten (Jodendom, Islam en Christendom)
- literatuur over het lange en het korte termijn geheugen

Het Jodendom

Het Jodendom is de religie van het Joodse volk en één van de vroegst geregistreerde godsdiensten.

Het Jodendom wordt geleerd uit de Hebreeuwse bijbel die Tenach heet. De eerste vijf boeken van Tenach worden samen de Thora genoemd. In deze bijbel benoemt men God met de letters JHWH die niet uitgesproken mogen worden. De Messias in het Jodendom is de leider die vrede en welvarendheid komt brengen voor Joden en andere volkeren.

Er zijn twee belangrijke soorten stromingen binnen het Jodendom, namelijk de orthodoxe Joden en de liberale Joden. De orthodoxe Joden leven het Jodendom erg streng na. Bij de liberale Joden is dit niet het geval. Het Joodse gebedshuis heet een synagoge. Het Joods gebed speelt een centrale rol in de Joodse religie. Zo zijn er bijvoorbeeld aangepaste gebeden voor verschillende uren van de dag, verschillende dagen van het jaar en verschillende gebeurtenissen in het mensenleven en de natuur rondom. Op weekdagen zijn er drie gebeden: ’s ochtends het sjachariet, ’s middags de mincha en ’s avonds ma’ariew. Op feestdagen (inclusief sabbat) is er bovendien een moesstafdienst, die op het sjachariet volgt, en speciale gebeden of teksten die worden opgezegd.
Tijdens het bidden dragen Joden speciale kleding, namelijk een witte mantel met hemelsblauwe strepen.

We bespreken nu een aantal tradities of gewoontes die in het Jodendom voorkomen:
- Zionisme is een nationale beweging en ideologie die een Joods thuisland of Joodse staat ondersteunt in het gebied waar in vroeger tijden de Joodse koninkrijken Israël en Judea lagen.
- Grote Verzoendag, ook wel geschreven als Jom Kipur, wordt als de belangrijkste feestdag beschouwd in het Jodendom. Het was de enige dag in het jaar dat de hoge priester de allerheiligste plaats in de tempel te Jeruzalem betrad.
- De Spijswetten zijn richtlijnen in de Hebreeuwse Bijbel. Deze richtlijnen geven bijvoorbeeld aan dat men geen varkensvlees mag eten, geen oesters, bepaald gevogelte. Ook geeft het aan wat reine en onreine dieren zijn om te eten.
- Bar Mitswa: Wanneer een Joodse jongen 13 jaar is geworden, wordt hij verantwoordelijk onder de Joodse wet. Vanaf zijn 13e heeft de jongen het recht om aan alle gebieden van het Joodse gemeenschapsleven deel te nemen en is hij verantwoordelijk voor het volgen van de wetten, tradities en ethiek.
- De Briet Mila is een rituele besnijdenis in het Jodendom, die uitgevoerd wordt op pasgeboren jongetjes op de achtste dag na hun geboorte als er geen medische redenen zijn hiervan af te wijken. Het zou een door God voorgeschreven teken zijn dat men is opgenomen in het verbond wat God sloot met aartsvader Abraham.
- Sabbat: een rustdag in het Jodendom die altijd duurt van vrijdag vlak voor zonsondergang tot zaterdag vlak na zonsondergang.
- Mensen zijn geboren met een jetser hatov, een tendens om goed te doen, en een jetser hara, een tendens om slecht te doen. Daarom zijn de mensen vrij de weg in het leven te kiezen die zij willen nemen. Mensen kunnen boeten voor zonden, die slechts fouten zijn in het nakomen van de wetten.

Al sinds het Jodendom bestaat worden de Joden vervolgd. Zij worden gezien als een soort zondebok. De meest bekende Jodenvervolging is de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog. De Joden werden toen herkend aan hun Davidster. De Davidster is een spiritueel symbool in de vorm van een hexagram, een combinatie van twee gelijkzijdige driehoeken. Er zijn meerdere meningen over de betekenis en ieder heeft zijn eigen idee.

Een ander belangrijk symbool is de menora. Een menora is een zevenarmige kandelaar. Het was het oude symbool voor het Hebreeuwse volk en een van de oudste symbolen in het Jodendom algemeen. De menora symboliseert het brandende braambos dat Mozes zag op de berg Sinaï.

De Islam

De profeet Mohammed was een Arabier die wordt beschouwd als de grondlegger van de Islam. In deze godsdienst wordt hij als de laatste profeet en boodschapper gezien die de uiteindelijke openbaring van God zou hebben ontvangen.

Er zijn vijf verplichte zuilen in de Islam waardoor je moslim wordt of blijft:
1. Geloofsbelijdenis (Sjahada)
2. Gebed (Salaat)
3. Armenbelasting (Zakaat)
4. Vasten (Sawn)
5. Bedevaart (Hadj)
Om te zorgen dat Allah tevreden over ons is en tevreden over ons blijft, moeten wij zorgen dat wij deze vijf zuilen goed leren en goed uit zullen oefenen.
Ramadan: de negende maand van de Islamitische kalender. Tussen zonsopkomst en zonsondergang wordt er gevast. Dit houdt in dat Moslims op deze tijden niet eten, drinken, roken en dat ze zich onthouden van geslachtsgemeenschap.
Koran: is een van de heilige boeken van de Moslims. De Koran wordt door de Moslims als het heilige boek beschouwd.
Soenna: verhalen die zijn voortgekomen uit de belevenissen van Mohammed.
Sharia: is het Arabische woord voor de Islamitische wet of de wet van God en betekent letterlijk ‘weg naar de bron’.
Moslims mogen alleen vlees eten dat halal is. Halal vlees is uitgebloed vlees van een beperkt aantal toegestane dieren die volgens de Islamitische voorschriften geslacht werden.
Voorschriften voor het slachten:
- De slachter moet een moslim zijn die bekwaam is in het slachten.
- De slachtplaats moet rein zijn.
- De slager moet zorg dragen voor het comfort van het dier. Het slachtmes mag bijvoorbeeld niet zichtbaar zijn voor het dier of in de nabijheid van het dier geslepen worden. Het slachten mag niet door andere dieren gezien worden.
- Het dier wordt met de kop richting Mekka geplaatst.
- In één beweging wordt de halsslagader doorgesneden die de hersenen van bloed voorziet.
Het tegenovergestelde van Halal is in niet-juridische termen haram. Het gaat hierbij zowel om handelingen als producten.
Halal vlees is vlees van dieren die geslacht zijn. Vlees van dieren die gestorven zijn en varkensvlees zijn alleen toegestaan als er niets anders voor handen is om in leven te blijven.
Ka’aba: het huis van God en staat in de Grote Moskee in Mekka.
Besnijdenis: het verwijderen van de voorhuid van de penis.
Soennieten: de grootste richting binnen de Islam. Hun belangrijkste geloofspunt is de navolging van de levenswijze van Mohammed.
Shi’ieten: de op een na grootste richting binnen de Islam.
Suikerfeest: het Islamitische feest aan het eind van de Ramadan.

Het christendom

De geschiedenis van het christendom
Het christendom begint met de persoon Jezus Christus. Hij is de kern en om Hem draait het allemaal. Het christendom gelooft dat God in Jezus Christus als mens naar de aarde kwam. Daar leefde Jezus als mens zoals God het eigenlijk bedoeld had vanaf de schepping. Jezus sprak wijze woorden, genas zieken en zorgde voor de armen. Het hoogtepunt van Zijn leven was Zijn sterven en opstanding uit de dood. Op deze gebeurtenis en de betekenis ervan is het christendom gebaseerd.
Toch moeten we een stapje terug doen in de tijd om de hele geschiedenis van het christendom te beschrijven. Het christendom is voortgekomen uit het Jodendom en daar dus nauw aan verbonden. Het christendom bestaat ongeveer 2000 jaar. Dit betekent overigens niet dat de wortels van het christendom niet veel ouder zijn. De wortels van het christendom zijn diep verankerd in het Jodendom. Iedereen die zich in het christendom wil verdiepen moet eigenlijk ook iets weten van de geschiedenis van het Jodendom. Veel christelijke overtuigingen zijn namelijk terug te voeren op gebeurtenissen uit het Oude Testament (zie 'de Bijbel').

De schepping is het begin van de wereld. God besloot om het heelal, de aarde, planten, dieren en de mens te maken. Alles maakte God uit niets. De schepping was goed en God was er tevreden over. God had contact met de mens en andersom. Totdat het mis ging. De mens werd ongehoorzaam en ging zijn eigen gang. Vanaf dat moment leven God en de mens niet meer zo dicht bij elkaar als in het begin.

Later in de Bijbel komen de Aartsvaders in beeld. De eerste was Abraham die door God werd geroepen om naar een ver land te verhuizen. Dit land werd Kanaän genoemd en is het huidige Palestina. Voor de Joden is dit een belangrijke geschiedenis want uit Abraham zou het volk van de Joden voortkomen. Abraham kreeg een land beloofd door God waar het volk van de Joden zou gaan wonen. Dit land zou in de geschiedenis steeds weer voorkomen als 'Het beloofde land'.

Jozef in Egypte.
Jozef was de zoon van Jacob (een kleinkind van Abraham). Wat met Jozef gebeurde is heel wonderlijk. Hij werd door zijn broers verkocht aan slavenhandelaren zodat ze hem kwijt waren. Ze hadden namelijk nogal een hekel aan hem omdat zijn vader hem voortrok. Jozef belande in Egypte en via een wonderlijke weg werd hij de belangrijkste man na de Farao in Egypte. Een boeiend verhaal waarin God een speciaal plan had met Jozef. Uiteindelijk kon Jozef doordat hij in Egypte woonde zijn hele familie van de dood redden toen in Palestina een hongersnood heerste. Zo kwam de hele familie van Jozef (de Joden) naar Egypte.

Mozes en de uittocht uit Egypte
De Joden bleven in Egypte. Toen Jozef stierf kwam er ook een andere Farao aan de macht. Deze farao was minder aardig voor de Joden en zette ze als slaven aan het werk. Dit duurde ongeveer 400 jaar voort. Totdat God besloot om in de grijpen en gaf Mozes de opdracht om met Gods hulp de Joden uit Egypte te bevrijden. Dit gebeurde ook zoals God het wilde. God bracht het volk door de woestijn naar het beloofde land. Dit duurde wel wat langer dan gepland was. Het volk klaagde veel in de woestijn en was vaak ongehoorzaam aan God. Daarom gaf God een straf aan het volk. Pas na 40 jaar rondzwerven in de woestijn mochten ze het beloofde land binnen gaan.

Het beloofde land
Na 40 jaar rondzwerven mochten de Joden hun land binnen gaan. In de woestijn hadden de Joden ook de wet van God gekregen. Je kent ze misschien nu nog als de Tien Geboden. Op deze manier konden de Joden op een goede manier samenleven in dankbaarheid aan God.
De naam van Jezus is nog niet voorgekomen in dit artikel. Jezus is toch de kern van het christendom? Alles wat hierboven beschreven staat gebeurde voordat Jezus hier rondliep op aarde. Toch heeft Hij er alles mee te maken. God beloofde aan de Joden dat er eens Iemand zou komen die een echt koninkrijk zou stichten waar het altijd vrede zou zijn. De Joden noemde dit de 'Messias'. Vol verwachting werd er honderden jaren uitgekeken naar zijn komst. Het tragische is dat toen Jezus kwam de religieuze Joden niet geloofde dat Hij de Messias was. Zij wezen Hem af en doen dat vandaag de dag ook nog. Jezus had natuurlijk ook veel Joodse aanhangers en samen met niet-Joodse volgelingen van Hem hebben ze het goede nieuws van Jezus verspreid. Het is overigens niet zo dat God Zich heeft afgekeerd van de Joden. Hij heeft dit volk in de geschiedenis uitgekozen en zal altijd een speciale band met hen hebben. In de uiteindelijke plannen van God in de toekomst zal Hij de Joden nauw betrekken.

Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat Jezus de eerste kerk stichtte door het samenbrengen van Zijn volgelingen. In de Bijbel lezen we dat deze groep na het vertrek van Jezus naar Zijn Vader bleef samenkomen. We lezen dat ze liefde hadden voor elkaar en dat ze bleven volhouden met bidden. Ook zorgden ze voor de armen en hadden ze een belangrijke missie: de verspreiding van het goede nieuws van Jezus Christus.

De persoon Paulus is enorm belangrijk geweest voor de verdere ontwikkeling van het Christendom. In eerste instantie was Paulus een fel tegenstander van Jezus en Zijn volgelingen. Totdat Jezus Hem zelf inschakelde voor de verspreiding van het christendom. Op het moment dat Paulus op weg was om volgelingen van Jezus te arresteren en doden verscheen Jezus zelf aan hem. Vanaf dat moment werd Paulus een gedreven volgeling van Jezus Christus. Hij bezocht heel veel verschillende volken in de wereld (Midden-Oosten en Europa) om te vertellen over het goede nieuws van Jezus Christus. Zo werd de kerk steeds groter en uitgebreider. In de Bijbel vind je een groot aantal brieven die door Paulus zijn geschreven naar de gemeentes die gesticht werden in de wereld. Ook vandaag de dag worden deze brieven veel gelezen. Ze vertellen over allerlei zaken over het geloof en bieden troost en kracht.

Hoewel de kerk snel uitbreidde wil dit niet zeggen dat iedereen blij met dit verschijnsel was. De eerste 300 jaar van het christendom is er voornamelijk tegenstand gekomen van verschillende Romeinse keizers. Veel christenen zijn vervolgd en gedood omdat ze Jezus Christus volgden. Constantijn de Grote In het jaar 311 zorgde Constantijn de Grote ervoor dat het christendom de staatsgodsdienst werd. Voor het eerst kregen christenen de volledige vrijheid om hun geloof te belijden. Deze periode is enorm belangrijk geweest voor de ontwikkeling van het christendom. We zien vanaf deze tijd dat er enorm veel kerken gebouwd worden. De Middeleeuwen De Middeleeuwen is de tijd van de ridders en kastelen. Deze periode wordt ook wel eens een donkere periode van de kerk genoemd. Natuurlijk bleef de kerk bestaan en waren er nog gelovigen. Alleen werden kerkelijke zaken vaak beïnvloedt door politieke zaken en andersom. Er was veel corruptie en er ontstonden dwalingen in de kerk

De kruistochten worden herinnerd als een zwarte bladzijde in het christendom. Hoewel niet alle kruistochten het doel hadden om dood en verderf te zaaien is dit wel vaak gebeurd. De Reformatie De Reformatie is een periode waarin verschillende mensen hun ongerustheid tegen de kerk uitte. Verschillende dwalingen en tegenstrijdigheden in de kerk werden aan de kaak gesteld. Deze periode heeft een enorme invloed gehad op de verdere geschiedenis van de kerk. In deze tijd is het onderscheid Rooms-katholieken en Protestanten ontstaan.

Het christendom van nu
Het christendom biedt de wereld vandaag de dag een boodschap van verandering, zowel in de mens als in de maatschappij. De benaming christenen is afgeleid van Jezus Christus. Jezus werd geboren in Bethlehem in Judea, ergens tussen 6 en 4 v.C. als zoon an een vroom joods echtpaar, genaamd Maria en Jozef, afstammeling van koning David. Hij groeide op in Nazareth in Galilea en werd op dertigjarige leeftijd gedoopt in de Jordaan door een profeet genaamd Johannes de Doper. Johannes had zich beziggehouden met preken en het dopen van mensen, als boetedoening van hun gedane zonden. Hij kondigde de komst aan van iemand die hoger was dan hijzelf.

Nadat hij gedoopt was, verzamelde Jezus een groep van twaalf discipelen (de 'apostelen') om zich heen en trok het land in om te preken, te onderwijzen en de zieken te genezen. Hij kondigde de komst aan van Gods heerschappij en vertelde dat de mensen berouw moesten tonen voor hun zonden en moesten geloven in het goede nieuws over Gods koninkrijk. Toen ze vele maanden samen waren vroeg Jezus zijn discipelen wie hij was. De leider, Petrus, zei: "U bent Christus" (de gezalfde, de Messias die de joden verwachtten). Toen hij 33 was werd Jezus, ongeveer in 29-30 n.C. gearresteerd, gemarteld en ter dood gebracht door de Romeinse autoriteiten in samenwerking met de joodse wereldlijke en geestelijke leiders. Hij stierf aan het kruis, een veel toegepaste, maar erg pijnlijke vorm van executie.

Maar hij verrees drie dagen later uit de dood, verscheen aan enige vrouwen en gedurende de volgende 40 dagen bij een aantal gelegenheden aan zijn discipelen, en keerde toen terug naar zijn Vader in de hemel. Daarom geloven de christenen in een levende Christus en niet in een doden held. Het crucifix en het kruis zijn symbolen van de lijdende Heiland geworden. De vrijdag en de zondag, de dag waarop hij stierf en de dag waarop hij herrees zijn 'heilige' dagen geworden.

Wie was Jezus?
De christenen geloven dat Jezus Christus zowel de 'Zoon van God' als de 'Zoon van de mens' is - geheel menselijk en geheel goddelijk en zonder zonde. In hem daalde de Ene God, de Schepper van hemel en aarde, af naar de mensen om ze te verheffen. Dit is de incarnatie, die bereikt werd door de verwekking door de Heilige Geest in een vrouw die maagd was. Jezus nam de beperkingen van de menselijke natuur op zich.
Hij nam ook de verantwoordelijkheid op zich voor de zonden van de mensheid, waarbij hij de mensen met God verzoende en God met de mensheid. Dit is de verzoening, die bereikt werd door zijn dood. Maar hij stierf slechts om weer tot nieuw leven te komen. Dat is de opstanding.

Zij die in Jezus geloven zijn niet alleen gered van hun zonden, maar zullen tot nieuw leven gewekt worden als Jezus wederkeert. Inmiddels worden zij geleid en gesterkt op hun bedevaart op aarde door de Geest van God, die in hen leeft.

De geboorte van de kerk
Nadat Jezus was opgegaan naar Zijn Vader in de hemel, kwamen zijn navolgers bijeen in Jeruzalem om te wachten op de komst van de Geest van God, die Jezus had beloofd. Tien dagen later kwam de Heilige Geest en Petrus - de leider van de 12 apostelen - vervuld van nieuwe moed en macht, richtte zich tot de menigte. Hij vertelde de mensen dat Jezus, die zij gekruisigd hadden, en die God had opgewekt uit de dood, de beloofde Messias was en hij deed een beroep op hen om zich af te keren van hun zonden en zich te laten dopen in Zijn naam. 3000 mensen gaven gehoor aan deze eerste prediking van de christelijke boodschap en lieten zich dopen.
Van Jeruzalem, uit verspreidde het geloof zich en tegen het einde van de eeuw was het sterk in Klein-Azië, Macedonië, Griekenland en Rome. De groei was vooral te danken aan Paulus, de eerste belangrijke christelijke zendeling. Paulus maakte het goede nieuws over Jezus bekend, het 'evangelie'. Hij maakte volop gebruik van de wijdverspreide rechtspraak en gerechtigheid, die het gevolg waren van de 'Romeinse vrede', het gemak van de communicatie, mogelijk gemaakt door de Griekse taal en de bevoorrechte positie verleend aan de joodse religie.
En de kerken die hij stichtte, verspreidden op hun beurt het evangelie, zodat de kerk zich tegen het einde van de 2e eeuw had gevestigd in het hele Middellandse-Zeegebied, in Egypte, Noord-Afrika en zelfs in Frankrijk. Het christendom voorzag in een werkelijke reden om te leven: het leven op deze aarde en hoop op een wereld die zou komen.

De kerk over de hele wereld
Maar het succes werd duur betaald. Vervolgingen waren aan de orde van de dag. En deze leidden vaak tot ruzies en twisten, die de kerk verdeelden en verzwakten, soms onherstelbaar. Maar in 313 n.C. kwam er een einde aan de vervolgingen met de uitvaardiging van het Edict van Milaan door keizer Constantijn. Het christendom was nu officieel toegestaan en niet lang daarna werd het de staatsgodsdienst. Aan de ene kant had het verbond van de kerk met de staat een hoge prijs: tot die tijd waren de christenen een vervolgde minderheid; van nu af aan zou het om politieke, economische en sociale redenen gemakkelijk worden een christen te zijn. Aan de andere kant resulteerde het verbond, eerst in de vorm van het Heilige Roomse Rijk en later door de nationale kerken, tot de bloei van de westerse cultuur - het christendom.
Met de groei van het Heilige Roomse Rijk, ontwikkelde zich ook de macht van de belangrijkste christelijke leiders - de paus van Rome en de patriarch van Constantionopel - en de strijd om de oppermacht. In 1054 excommuniceerde de paus de patriarch en de patriarch deed hetzelfde met de Paus. Dit leidde tot een scheiding van de Griekse en Latijnse kerken. Zij werden respectievelijk de oosters-orthodoxe kerk en de rooms-katholieke kerk, en de breuk staat bekend als het Oost-West Schisma.

Verdeling en groei
Samen met de rest van Europa kwam de kerk te voorschijn uit de duisternis van de middeleeuwen in het licht van de renaissance. Maar zij zag zich plotseling geconfronteerd met de roeringen van fysieke en geestelijke vrijheid, en individuele en nationale afhankelijkheid. In 1515-1516 raakte in Duitsland een jonge monnik en geleerde Maarten Luther er bij de voorbereiding van een aantal lezingen over Paulus' brief aan de Romeinen van overtuigd, dat zaligmaking alleen kon worden bereikt door geloof en niet door goede werken, zoals de kerk leerde. Toen hem werd gevraagd zich te onderwerpen aan de autoriteit van de Paus weigerde hij. De hervorming was begonnen, de beweging van waaruit de kerken van de protestantse traditie zijn ontstaan.
Vandaag de dag, hoewel in verval in Europa en Noord-Amerika, wint het christendom in snel tempo veel bekeerlingen in Afrika, Zuid-Amerika en delen van Azië. Volgens zeggen zijn er 1,4 miljard volgelingen.

De gemeenschap van gelovige christenen gaan met elkaar naar de kerk. Elke roep christenen die elkaar regelmatig ontmoet, of dat nu thuis is, in een school of in de openlucht, wordt een kerk genoemd. Speciale gebouwen waarin christenen elkaar ontmoeten is men ook kerken gaan noemen.
Door de eeuwen heen is de bouw van kerken een belangrijke bijdrage geweest aan de artistieke en architectonische erfenis van de wereld. Kerken zijn gewoonlijk de mooiste en opvallendste gebouwen in dorpen, stadjes en grote steden van Europa, Amerika en Australië. Hun torens en spitsen steken uit boven de omringende huizen en wijzen de mensen op God, en de grote, rijkversierde kathedralen van de westerse wereld worden alleen geëvenaard door de prachtige gebeeldhouwde tempels van zuidelijk India.
Men treedt een kerk of kathedraal meestal binnen door de deur aan de westzijde. Helemaal achterin, recht tegenover de westelijke deur, staat een tafel waarop een kruis en twee of zes kaarsen zijn geplaatst, of alleen twee vazen bloemen. Links en rechts staan de kansel (vanwaar wordt gepreekt) en de lessenaar (vanwaar uit de Bijbel wordt gelezen).
Of het nu in een kerkgebouw is of elders, christenen komen bijeen om God te aanbidden, om samen te leren en om hun geloof te belijden. Kort voor Hij stierf droeg Jezus zijn discipelen op zijn dood te gedenken tot zijn terugkeer op aarde op zijn tijd.

Anderen helpen
Het christelijk geloof beperkt zich echter niet tot het vereren van God, maar houdt ook in dat men anderen moet helpen. Medische, opvoedkundige en andere hulpverlening is altijd een belangrijk onderdeel geweest van de activiteiten van christenen over de hele wereld. Het christendom is een wereldbevestigende en geen wereldontkennende religie. God heeft een goede wereld geschapen. Het zijn de mensen geweest die voor de verleiding zijn bezweken en de zonde op aarde hebben gebracht. Toch hield God zoveel van de wereld, dat Hij een verlosser stuurde. En redding is mogelijk geworden doordat God de wereld verlost heeft en niet door de mensheid de wereld heeft verworpen. Daarom werken christenen zowel voor het fysieke welzijn als het geestelijk welzijn van de mensheid.

Christelijke feestdagen
Door de feestdagen van het christendom te bekijken leer je veel van de betekenis van deze godsdienst. De betekenis van elke christelijke feestdag staat hieronder beschreven. Als je alle feestdagen bekijkt dan zul je zien dat de persoon Jezus Christus steeds centraal staat.
Kerst (24 en 25 december) Met Kerst vieren christenen de geboorte van Jezus. Jezus, de Zoon van God, kwam als mens naar de aarde om de mensheid te verlossen van zonde en ongerechtigheid. De geboorte van Jezus Goede Vrijdag Jezus kreeg tijdens Zijn leven op aarde zowel volgelingen als vijanden. Op een vrijdag voor het Joodse paasfeest werd Jezus door de Romeinen gekruisigd. Deze terechtstelling heeft voor christenen grote waarde. Jezus ging namelijk vrijwillig aan het kruis om de zonden van mensen op Zich te nemen. Aan deze gebeurtenis wordt op Goede Vrijdag gedacht. De kruisiging Pasen (de eerste zondag na Goede vrijdag) Vreemd genoeg was de dood van Jezus niet het einde van Zijn leven. Na drie dagen stond Jezus op uit de dood. Op deze manier overwon de Zoon van God de dood en zorgde voor een eeuwig perspectief voor de mensheid. Op Pasen wordt deze overwinning letterlijk 'gevierd'. De opstanding Hemelvaartsdag (de 40e dag na Pasen) Veertig dagen na Zijn opstandig uit de dood ging Jezus terug naar God, Zijn Vader. Hij ging terug en zal op Gods tijd op dezelfde manier terugkeren. De Hemelvaart Pinksteren (de 10e dag na Hemelvaart) Na de Hemelvaart van Jezus kwam de Heilige Geest naar de aarde. De Geest vervulde de eerste christenen en stuurt en leidt de gemeente tot de dag van vandaag. Jezus en de Heilige Geest

De kerk
Bij het woord kerk denken we in eerste instantie aan een gebouw. Wanneer we een stad of dorp naderen zien we in veel gevallen een kerktoren die ons herinneren aan de aanwezigheid van een kerkgebouw. De kerk is een plaats waar mensen God kunnen ontmoeten. Daarnaast is een heel belangrijk onderdeel de ontmoeting van mensen onder elkaar.
Elke zondag gaan veel mensen naar een kerk. Over heel de wereld staan heel veel kerken waar heel veel mensen graag heen gaan. Wat is dat en waarom moet deze kerk er zijn? Waarom zou je naar zo'n kerk toegaan? Wat is 'de kerk'?
Toen Jezus naar Zijn Vader terugging vond Hij het belangrijk dat de christenen bij elkaar zouden samenkomen. De Heilige Geest zorgde ervoor dat christenen elkaar opzochten en dat ze met elkaar tot God baden. Dit is de afgelopen 2000 jaar op dezelfde manier gebeurt over de hele wereld.

Natuurlijk is de kerkdienst wel verschillend ingedeeld. Maar in principe zijn de belangrijkste dingen hetzelfde gebleven. Als christenen over de kerk praten dan kunnen ze twee dingen bedoelen. In eerste instantie kunnen ze het hebben over een gebouw. Bijvoorbeeld hun eigen kerk of een gebouw dat ergens staat. Aan de andere kant kunnen ze er ook een andere bedoeling mee hebben. Met de kerk bedoelen ze dan de verzameling van alle gelovigen over heel de wereld bij elkaar. En dan niet alleen die nu op dit moment leven maar ook alle gelovigen die al eerder geleefd hebben. De kerk is dan alle gelovigen bij elkaar van alle plaatsen en alle tijden.

Wat doe je in de kerk?
In de kerk wordt in de eerste plaats God aanbeden. God wordt door middel van zang, gebeden en gaven de eer gegeven. Daarnaast is een preek of meditatie een belangrijk onderdeel. Vanuit de Bijbel wordt er nagedacht over een gedeelte om meer van God te leren. Het kan bijvoorbeeld gaan over wie God is en hoe groot Zijn liefde voor ons is. Tegelijkertijd wilde Jezus dat christenen elkaar ontmoeten. Christenen moeten elkaar lief hebben en elkaar steunen. De sterken moeten er zijn om de zwakkeren te helpen. Zo is de kerk een plaats waar iedereen geliefd is en waar iedereen zich op zijn of haar gemak voelt. De liefde die de kerk van God ontvangt moet zij niet voor zichzelf houden. Jezus wilde dat vanuit de gemeente liefdevol gekeken wordt naar de maatschappij. De kerk moet de liefde die zij van God ontvangt weer uitdragen naar de wereld om haar heen. Iedereen moet namelijk weten hoe groot de liefde van God is.

De toekomst van het christendom
De afgelopen jaren is de kerk in Nederland behoorlijk afgenomen. Christenen maken zich daar wel eens zorgen over. Zal de kerk wel blijven? Toch is er in de kerk veel vertrouwen dat het goed komt. Jezus heeft namelijk beloofd altijd bij de kerk te zijn. Hoewel in Nederland het aantal kerkgangers afneemt zien we in andere delen van de wereld heel veel mensen tot geloof komen. Duizenden mensen komen in Azië, Zuid-Amerika en Afrika tot geloof. Daar groeit de kerk juist.Zoals ik al eerder zei is de belofte van Jezus om altijd voor de kerk te zorgen enorm belangrijk voor christenen. Christenen vertrouwen erop dat Jezus voor Zijn kerk zorgt en deze kerk zal blijven tot Hij terug komt.De belofte dat Jezus terug komt naar de aarde zorgt ervoor dat de kerk blijft hopen en de kracht vind om door te gaan. Hoewel Jezus nu ook voor de kerk zorgt zal het in de toekomst beter worden. Nu is er nog steeds pijn, verdriet en moeite in de wereld. Als Jezus terug komt zal dit voorbij zijn. De langverwachte vrede zal dan uiteindelijk aanbreken.

Het lange termijn geheugen

Onthouden bevat drie opeenvolgende activiteiten:
- opnemen
- bewaren
- opvragen van informatie

De informatie komt via verschillende wegen het lichaam binnen. Dit kan zijn via het gehoor, via de neus, via de huid (tast), via de ogen en via de mond. De informatie wordt direct doorgegeven aan de hersenen. Er zijn delen in de hersenen die zich gespecialiseerd hebben in het opvangen van informatie die binnen is gekomen via de zintuigen. Dit proces van informatie opvangen en verwerken noemen we waarnemen. Maar het is voor de hersenen onmogelijk om alle informatie die binnenkomt te verwerken. Daarom richten we onze aandacht op bepaalde zaken. Aan informatie die wij belangrijk vinden besteden we meer aandacht, dit wordt beter opgeslagen in ons geheugen. Dit is voor een groot deel een bewust proces. Ook wordt er veel informatie ‘per ongeluk’ opgeslagen. Deze informatie is veel moeilijker terug te vinden.

Informatie kunnen we kort bewaren en lang bewaren. Dit onderscheid noemen we het korte termijngeheugen en het lange termijngeheugen. In het lange termijngeheugen kunnen we onderscheid maken tussen verschillende geheugens:
- Het episodisch geheugen
- Het semantisch geheugen

In het episodisch geheugen zit opgeslagen informatie over personen. Bijvoorbeeld dat je weet wat je net gedaan hebt of wat je vrienden gister allemaal tegen je hebben gezegd.

Dan heb je nog het semantische geheugen. Hierin worden betekenisvolle woorden, begrippen en algemene kennis opgeslagen. Bijvoorbeeld gedragsregels, taalkundige regels, rekenkundige regels en indelingen naar categorieën.

Ook kan je lange termijngeheugen opdelen in verschillende zintuiglijke geheugens:
- Visueel geheugen (ogen)
- Auditief geheugen (oren)
- Olfactorisch geheugen (ruiken)
- Geheugen voor smaak en tast

Van geuren en smaken is bekend dat zij ons duidelijk doen herinneren aan situaties van vroeger, maar het is ook moeilijk om een bepaalde situatie bij de geur of smaak op te roepen. Met geluiden en beelden is dit makkelijker.

Gebeurtenissen die veel indruk maken zitten als het ware in ons geheugen gegrift. Over het algemeen kunnen wij informatie erg goed terug vinden. Als dit niet het geval is moet je er soms wat langer over nadenken omdat het wat verder weggestopt is. Dit betekent dat er aan deze informatie niet genoeg aandacht is besteed om het voldoende te onthouden. Verder vervagen onze herinneringen doordat er informatie bijkomt dat erop lijkt, dit heet ook wel inferentie.

De informatie die dus de moeite waard is en die op een of andere manier verwerken, wordt opgeslagen in ons lange termijn geheugen. Ook gebeurtenissen met een hoge sociaal-emotionele waarde worden hierin opgeslagen. Het lange termijn geheugen beschikt over een onbeperkte opslagruimte waarin de informatie bijna eindeloos wordt bewaard. Het raakt dus nooit op, hoe oud men ook is of wordt. Die informatie wordt nooit uitgewist. Wel kan de informatie moeilijker toegankelijker worden.
Het opslaan en terugroepen van informatie verloopt via bepaalde procedures. Het lange termijn geheugen is daarom ook het best vergelijkbaar met een bibliotheek.

Het korte termijn geheugen

Het korte termijn geheugen heet ook wel werkgeheugen. Hier wordt die informatie bewerkt voordat ze permanent worden opgeslagen. In tegenstelling tot het lange termijn geheugen is in dit geheugen een beperkte opslagcapaciteit. Niet-herhaalde gegevens verdwijnen al na ongeveer 20 seconden, maar meestal gebeurt het nog sneller, omdat er steeds weer nieuwe informatie binnendringt. Die nieuwe informatie verdringt dan de oude informatie.
De snelheid waarmee het werkgeheugen de informatie verwerkt, wat belangrijk is voor de hoeveelheid bewerkingen die binnen een bepaalde tijd kunnen gebeuren, verschilt van persoon tot persoon. Mensen met een hoge werksnelheid zullen meer informatie tegelijk kunnen verwerken en ook beter reageren op informatie die aan een hoog tempo wordt aangeboden.

Het korte termijn geheugen hebben wij ook nodig om de grote hoeveelheid informatie die we op één dag binnenkrijgen even te onthouden. Daaruit kan dan worden geselecteerd wat belangrijk is om te onthouden en dat gaat dan door naar het lange termijn geheugen. De andere ‘niet belangrijke’ informatie wordt dan gewist. Dit doe je niet bewust (tenzij je jezelf iets probeert aan te leren).
Het korte termijn geheugen werkt als een soort zeef. Alleen datgene wat echt doorgelaten moet worden, omdat het later nog wel eens van pas zou kunnen zijn, gaat door naar het lange termijn geheugen. De rest vervalt binnen enkele minuten.

Het korte termijn geheugen is alleen werkzaam als die persoon bij bewustzijn is. Het stopt als men gaat slapen en het begint weer als men wakkeer wordt. Nieuwe bewust waargenomen waarnemingen worden verwerkt en vanuit het lange termijn geheugen mengt zich steeds informatie en daaruit ontwikkelen zich nieuwe denkprocessen. Bij de ene persoon zal het korte termijn geheugen minder tijd omvatten dan bij de andere persoon.
Belangrijke informatie, zoals bijvoorbeeld een telefoonnummer, kan men ongeveer een minuut onthouden. Daarna met het voortdurend herhaald worden, wil diegene het daadwerkelijk onthouden.
Enkel door concentratie, herhaling, associaties, kattebelletjes e.d. kan iets het lange termijn geheugen bereiken.

zaterdag 20 oktober 2007

Bronvermelding

De meeste informatie over de godsdiensten hebben we uit de lessen gehaald. In de lessen hebben we de godsdiensten Jodendom en Islam uitgebreid besproken, samen met Peter Seilberger. We moesten toen voor elkaar van elke godsdienst een korte samenvatting te maken, deze zijn op blackboard te lezen. Voor het Christendom hebben we wel andere bronnen gebruikt.
Al onze informatie hebben wij van internet gehaald, hieronder onze bronvermelding:

http://www.gezondheid.be

http://www.kanjertraining.nl

http://www.kennislink.nl

http://www.samsam.net

http://www.waaromgeloven.nl

http://www.wetenschapsforum.nl

http://www.wikipedia.nl